Pyx 1 onder water, 18III/12V16

Pyx 1 still on patrol, 18III/12V16

“Wil jij voor ons een beemd schilderen? Weet jij eigenlijk wat een beemd is?”

Deze vraag kreeg ik een half jaar geleden van een bewoner van afdeling Beemd (de acht afdelingen van de kliniek hebben namen van landschapstypes).  Ik ging er niet meteen op in, een landschap schilderen valt wel heel ver buiten de opdracht om portretten te schilderen. Omdat het initiatief om de woonkamer een opknapbeurt te geven dreigde te stranden, besloot ik het toch te doen. In december werkte ik in mijn eigen atelier aan het beemd-schilderij, met groot plezier overigens. Begin februari werd het in bijzijn van alle bewoners van Beemd onthuld. Het viel merkbaar in de smaak, met als positief neveneffect: Die kunstenaar kán wel wat!

Na afloop van die onthullingsceremonie raakte ik in gesprek met een man die ik nog niet eerder gezien had. Hij komt zelden van zijn kamer. Het was duidelijk dat hij goed geïnformeerd was over het portrettenproject en had een sterk argument om er niet aan mee te werken:

“Je weet dat tien procent van de TBS-ers onterecht vast zit? En ik ben er daar een van, dus je begrijpt dat ik niet ga meewerken aan een project om TBS-ers een gezicht te geven”.

Geen speld tussen te krijgen. Dus zonder verwachting dat onze kennismaking een vervolg zou krijgen wilde ik vertrekken.

“Maar, ik heb wel bedacht dat als je iets zou schilderen, je iets moet doen met de O13”.

Niet begrijpend keek ik hem aan en kreeg het verhaal te horen over de onderzeeër die in juni 1940 op een missie op de Noordzee verdwenen is en tot op heden nooit is terug gevonden. Zijn grootvader was een van de opvarenden.

“Jij zit hier achter de stalen deur van je kamer dus eigenlijk ook op de bodem van de Noordzee”.

Zijn reactie daarop was een veel betekenend zwijgen.

Na een maand broeden zocht ik hem opnieuw op, om te kijken of hij er voor voelde dat ik een ‘portret’ van zijn indringende geschiedenis zou maken. Meerdere gesprekken leidden tot een soort van programma voor het schilderij: de grootvader, hij zelf (‘Het moet wel over mij gaan. Maar ik ga niet voor je poseren’), iets van de O13, het water van de zee… en als belangrijkste zijn eigen missie:

“Zoals mijn grootvader vocht voor zijn vaderland tegen de Duitsers, zo vecht ik hier juist tégen datzelfde vaderland en het systeem dat groepen mensen ten onrechte weg zet”.

Een pittige opdracht voor zo’n klein schilderijtje. Gelukkig klonk bij elk van die gesprekken wel een keer:

“Maar jij bent de kunstenaar, doe het op jouw manier”.

Gisteren heb ik het voltooide schilderijtje aan hem laten zien. Vooral de stippen aan de linkerkant, de klinknagels, vond hij geweldig.  Ik heb aan de naam van het (door mij gekozen) sterrenbeeld Pyx nog een titel toegevoegd: ‘still on patrol’.

 

In dezelfde weken had ik nog zo’n ontmoeting met een man die niet wilde meewerken.

“Nee, ik wil geen portret”.

Terwijl ik wegliep:

“Maar wil je voor mij een trein schilderen?”

“Dat is wel heel wat anders”.

Maar samen met die O13 was dit het tweede verzoek om in plaats van gewoon een portret iets anders te schilderen. Dat bracht mijn denken daarover in beweging. Wel vond ik dat het echt wel iets wezenlijks moest betekenen. Dus ik zocht hem op met de vraag “wat betekent het voor jou als ik een trein zou schilderen?”:

“Als je een trein schildert, dan pak je mijn ziel”.

Ja, hoe dichterbij iets wezenlijks kun je komen? Daarmee moest ik dus aan de slag. Verschillende korte gesprekken, met enkele van zijn treinmodellen voor ons op tafel, gaven mij voldoende materiaal om aan het werk te gaan. Ik wilde ook wel van hem weten waarom hij zich er tegen verzette dat ik zijn gezicht zou schilderen:

“Als je mijn gezicht schildert, dan pak je mijn ziel af”.

Lib 2 uitgerangeerd, 5/28IV16

Lib 2 uitgerangeerd, 5/28IV16

Het is me in die tijd opgevallen dat we nogal wat uitdrukkingen hebben die afkomstig zijn van het spoor, bijv. iets op de rails krijgen. Toen ik dat hem vertelde, was zijn reactie:

“Ja, zo voel ik me hier uitgerangeerd”.

 

24 mei 2016

24 mei 2016

Op de atelierfoto hierboven zijn geen witte paneeltjes meer te zien. Dat is niet omdat ik klaar ben. Lang zal dat niet meer duren, volgende week verwacht ik de laatste twee portretten te schilderen. Deze week hebben Aqr en Tel mij geportretteerd. Of ze klaar zijn moet ik nog afwachten, maar de schilderijtjes hangen er al tussen. Tijdens een van die sessies waar ik model zat voor Aqr merkte hij op:

“Je moet voor de tentoonstelling ook een paneeltje wit laten”.

“Dat kan ik doen, maar wat wil je daarmee vertellen?”

“Neem ……

een uitgebreide levensbeschrijving volgde van een van zijn medebewoners. Een heftige geschiedenis van tientallen jaren in gevangenschap en klinieken, opsluiting en isolatie. Een geschiedenis van beschadiging op beschadiging.

…… die is dus niet eens meer in staat om bij jou te komen om model te zitten voor een portret. Zo zijn er meer hier en die moet je ook een gezicht geven!”

Ik begin eindelijk een beetje te begrijpen wat men in de wereld van de psychiatrie bedoelt als men zegt dat iemand gehospitaliseerd is.

Er komt dus een wit paneeltje tussen de portretten, ik moet nog wel bedenken hoe ik in een paar woorden vertel waarom dat schilderijtje leeg is.