Her 1, 26X15/8II16

Her 1, 26X15/8II16, detail

Twee keer kwam Her een uurtje poseren. Aan een van de portretten wilde ik nog verder werken, maar Her had er genoeg van. In zijn afwezigheid werkte ik er toch aan, niet naar tevredenheid. Hij zat eergisteren tegenover me bij de koffie en ik betrapte mezelf erop dat ik naar hem zat te kijken alsof ik aan het werk was. Vroeg hem of hij dat goed vond en of ik zonder hem erbij aan het portret verder mocht werken. Dat vond hij best.

Waarom Her niet meer wil komen weet ik niet precies, een vermoeden heb ik wel. De portretten van deze stille man zijn heel open en zo kwetsbaar, dat ik ze nauwelijks met de zachte marterharen penselen durf aan te raken. Alsof ik teveel bij hem binnen zou komen. Maar portret Her 1 had te weinig achterhoofd, daar moest ik wat aan doen. De witte haartjes met dotjes witte verf gezet, ze vormen een krans om het hoofd. Zo sluiten ze de vorm van het hoofd af. Beeld van kwetsbare openheid en tegelijk gesloten.

Van het portret van Her laat ik een detail zien, alsof ook ik niet teveel van hem wil prijs geven. Hij heeft geen bezwaren uitgesproken tegen publicatie van het portret. Andere modellen deden dat de laatste weken wel. In mijn notities staat bij verschillende modellen met dikke letters NIET PUBLICEREN of NIETS OP INTERNET OF FILM. De opdracht van de Pompestichting is dat de portretten onherkenbaar moeten zijn, een voorwaarde van het Ministerie van Justitie om de anonimiteit van de TBS-ers te waarborgen. In de afgelopen weken hebben drie modellen nadrukkelijk de wens uitgesproken dat ze anoniem willen blijven. Ik spreek ook steeds meer mannen die om die reden helemaal niet geportretteerd willen worden. Ik kan natuurlijk niet anders dan deze wens respecteren. Vandaar mijn keuze om van een paar portretten een onherkenbaar detail te laten zien, het haar lijkt me daarvoor het meest geschikt.  De man die NIETS OP INTERNET wil, laat ik helemaal niet zien.

 

Cep 1, 2/9II16

Cep 1, 2/9II16, detail

Cep is misschien wel de zwijgzaamste van de personen die ik geschilderd heb. Maar zijn verschijning spreekt boekdelen, wij schilders noemen dat ‘een prachtig model’. Twee keer een uur heeft hij voor me gezeten. Graag zou ik verder met hem werken, aan een derde portret beginnen, maar nee: “twee portretten is wel genoeg”.

 

 

 

9 februari 2016

9 februari 2016