Com 3, 27X15

Com 3, 27X15

Com, ik schilderde hem op 20 juli:

“Wanneer gaan we verder met de portretten?”

Na het schrijven van “Henk, mag ik er uit?”, waarin ik Com beschrijf als een in zichzelf opgesloten man,  beschouwde ik de portretten als voltooid:

“Ik vind dat ze klaar zijn, maar zal ik aan een derde portret beginnen?”

Sinds de eerste sessie is er een merkbare band tussen ons. De laatste weken klinkt er als hij mij ziet zelfs een luid uitgesproken “Henkie!!!”  Ik verwacht dan ook meer toegang tot hem te krijgen dan de vorige keer. Als Com gaat zitten neemt hij echt een pose aan. Ik heb dat liever niet, geef de voorkeur aan een meer levendige houding. Ondanks mijn aansporingen om niet ‘bevroren’ te blijven zitten, doet hij zijn best om dat wel te doen. Gelukkig houdt hij het niet vol, wordt steeds afgeleid door wat hij door het raam buiten ziet gebeuren. Daartoe moet hij zijn hoofd een beetje draaien. Zo krijg ik afwisselend twee houdingen te zien. De poserende Com en de naar buiten kijkende.

Als ik de portretten van het begin van het project met die van nu vergelijk, is er een verschil in aanpak en aandacht. Ik werk er langer aan, zelden zijn ze na één sessie klaar; en, ik heb het idee dat ik meer aandacht voor de ogen heb. Dus dat  afwisselende naar buiten en naar binnen kijken van Com bevalt me wel. Alhoewel, naar binnen kijken zie ik niet bij hem. Het is meer staren. Een soort niet kijken. Het herinnert me aan wat hij de vorige keer zei:

“Ik heb helemaal niks meegemaakt. Ik zit al vijfendertig jaar vast”.

Zou het werkelijk zo zijn? Of is hij niet in staat om naar binnen te kijken? Ik kan me voorstellen dat hij het liever niet doet, naar binnen kijken is toch vaak terug kijken.

 

Het portret For 2 hieronder, het model waarvan in het vorige blogbericht For 3 te zien was, vertelt een heel ander verhaal. Het heeft geen ogen, geen gelaat. Is hier eigenlijk wel iemand te zien? Is het een portret van een mens?

For 2, 30VI/19X15

For 2, 30VI/19X15

For, het gezellig kletsende model van een week terug, had toen ook iets explosiefs, was bij deze sessie zwaar depressief. De begeleider in de werkplaats, waar ik For ophaalde, meende dat individuele aandacht misschien wel goed zou kunnen werken. Waarschuwde me om niet in het negatieve mee te gaan. Ik hernam portret For 2. Er aan werkend was er nauwelijks oogcontact mogelijk. Af en toe riep ik ‘ben je er nog?’ Dan ging het weer even. Uiteindelijk verscheen er een portret van een depressief mens. Samen er naar kijkend, besloot ik:

“Dit kan ik je niet aan doen, ik schraap alles eraf.”

Terwijl het model toekeek schraapte ik met een beweging alle verf eraf, naar boven. Over de bovenkant van het schilderij stulpt de verf een beetje over de rand heen. Daar is nog een spoor van het gebruikte rood zichtbaar.

For 2, 30VI/19X15, detail

For 2, 30VI/19X15 op de ezel, detail met over de bovenrand stulpende verf

Dit gebaar, het portret van zichtbare depressie verlossen, is een gebaar van compassie. Zeker als het model er naast staat en er naar kijkt. Ik doe dat om het schilderij van een stemming te bevrijden, niet om met het resultaat iets zichtbaar te maken. Maar, als ik een paar dagen later het schilderij terug zie, dan zie ik een portret van een depressie. Een portret zonder naar buiten gerichte zintuigen. In het reliëf, onder de afgeschraapte verf, is nog vaag de omtrek van een oog te zien. Een oog dat niets meer ziet dan zichzelf.

 

Tot slot een portret van Tuc, inmiddels het vijfde van hem.

Tuc 5, 19X15

Tuc 5, 19X15

Na een hele ochtend intensief werken constateer ik, dat het voor de tweede keer is dat ik hem nadrukkelijk met één oog dicht en één oog open geschilderd heb. Door de veeg vanuit de ooghoek keek dat ene open oog ook nog eens scheel. Met een paar kleine streekjes en vlekjes loste ik dat op. Ik besprak dit met Tuc. Hij vertelde toen dat zijn rechteroog niet meer kan bewegen, de oogspieren zijn verlamd. Kijkend en schilderend komt zo een trauma aan het licht.

 

Bij alle drie besproken modellen werk ik nu aan meer dan twee portretten. De toestroom van nieuwe modellen gaat wat langzamer dan in het begin. Vandaar dat ik bezig ben meer portretten te maken van een aantal mensen. Op de atelierfoto van 27 oktober is te zien dat ik die daar bij heb gehangen. Wie de foto aandachtig vergelijkt met die van twee weken eerder, zal zien dat er ineens heel wat meer portretten hangen.

27 oktober 2015

27 oktober 2015